1. Classificatie op basis van herkomst en geschiedenis

Hoewel er talloze rozensoorten bestaan, verdelen de meeste rozenspecialisten ze grofweg in drie categorieën: Oude Rozen, Wilde Rozen en Moderne Rozen. Tegenwoordig tref je in de meeste tuinen voornamelijk Moderne Rozen aan. Deze zijn specifiek gekweekt om het hele seizoen door grote, weelderige bloemen te produceren – dit in tegenstelling tot de eenmalige bloei van de Oude Roos.

Wilde Rozen

Kenmerken: Dit zijn de oorspronkelijke rozensoorten zoals ze van nature in het wild voorkomen. Ze zijn extreem robuust, winterhard en vrijwel immuun voor ziekten. Ze bloeien meestal één keer per jaar in het voorjaar of de vroege zomer met enkelvoudige bloemen (vijf bloemblaadjes), vaak gevolgd door een spectaculaire oogst van rozenbottels in de herfst, die rijk zijn aan vitamine C en aantrekkelijk zijn voor vogels. Veel hebben een eenvoudige, maar intense geur. Gebruik: Voor natuurlijke tuinen, hagen, voedselbosjes, plekken waar weinig onderhoud gewenst is. Ze trekken veel bestuivers aan. Hoogte: Zeer variabel, van compacte struiken tot metershoge ramblers. Voorbeelden: Rosa canina (Hondsroos), Rosa rugosa (Rimpelroos), Rosa multiflora, Rosa gallica officinalis (Apothekersroos).

Oude Rozen

Kenmerken: Dit zijn alle rozen die zijn ontwikkeld vóór het jaar 1867, toen de eerste theehybride (een voorloper van de moderne grootbloemige roos) ontstond. Ze worden gewaardeerd om hun nostalgische charme, vaak intense geur en rijke, gevulde bloemen met een kwartvormige of komvormige structuur. Velen bloeien slechts één keer per jaar.

  • Gallica rozen: Ouderwetse, robuuste rozen met vaak paarse, roze of rode bloemen en een sterke geur. Eenmaal bloeiend. Voorbeeld: ‘Rosa Mundi’

  • Damascenerrozen: Bekend om hun uitzonderlijk sterke, zoete geur. Vaak roze of wit. Gebruikt voor rozenolie. Eenmaal bloeiend of remontant (herhaaldelijk bloeiend). Voorbeeld: ‘Madame Hardy’

  • Centifolia rozen (Honderdbladerige rozen): Zeer gevulde, bolvormige bloemen met een sterke geur. Vaak roze. Eenmaal bloeiend. Voorbeeld: ‘Fantin Latour’

  • Mosrozen: Een variant van Centifolia of Damascener met “mosachtige” klieren op de kelkbladeren en stengels, die een harsachtige geur afgeven.

  • Alba rozen: Zeer oude, robuuste en ziekteresistente rozen met vaak witte of lichtroze bloemen en een delicate geur. Eenmaal bloeiend.

  • Bourbonrozen: Een van de eerste herhaaldelijk bloeiende rozen, met grote, gevulde bloemen en een rijke geur. Voorbeeld: ‘Louise Odier’

  • Remontantrozen: Een belangrijke groep die de weg baande voor moderne rozen door hun vermogen om herhaaldelijk te bloeien. Gebruik: Voor liefhebbers van nostalgie, geur en natuurlijke tuinen. Ze passen goed in cottagetuinen en klassieke rozentuinen. Hoogte: Variabel, van middelgrote struiken tot hoge heesters. 

Moderne Rozen

Kenmerken: Dit zijn alle rozenrassen die na 1867 zijn ontwikkeld. De nadruk ligt hierbij vaak op doorbloei (herhaalde bloei), verbeterde ziekteresistentie, nieuwe kleuren en bloemvormen. Deze categorie omvat de meeste grootbloemige rozen, trosrozen, moderne klimrozen, bodembedekkers en dwergrozen.

Waarom deze onderscheiding? De introductie van de theeroos en later de theehybride in de 19e eeuw zorgde voor een revolutie in de rozenteelt. Deze brachten nieuwe kleuren (zoals geel en oranje), een langere bloeiperiode en elegantere bloemvormen met zich mee, die de basis vormden voor de meeste moderne rassen.

2. Classificatie op basis van groeiwijze en gebruik

Grootbloemige rozen (Theehybriden/Edelrozen)

Kenmerken: Dit zijn de rozen die je vaak in boeketten ziet: lange, stevige stelen met één perfect gevormde, vaak zeer gevulde bloem per steel. De bloemen kunnen variëren van klassiek spiraalvormig tot komvormig. Ze bloeien rijk en herhaaldelijk van de vroege zomer tot de herfst. Veel cultivars hebben een sterke, heerlijke geur. Gebruik: Ideaal voor de klassieke rozentuin, als snijbloem voor in huis, of als opvallend element in borders. Ze vragen over het algemeen wat meer verzorging, zoals regelmatig snoeien en bemesten, en zijn soms wat vatbaarder voor ziektes dan bijvoorbeeld wilde rozen. Hoogte: Meestal tussen de 60 en 120 cm. Voorbeelden: ‘Peace’ (Madame A. Meilland), ‘Mr. Lincoln’, ‘Duftwolke’.


Trosrozen (Floribunda- en Polyantharozen)

Kenmerken: Zoals de naam al aangeeft, bloeien deze rozen met meerdere bloemen in trossen aan één steel. Ze zijn vaak zeer bloeirijk en zorgen voor een massa aan kleur.

  • Floribundarozen: Hebben grotere bloemen, vaak lijkend op kleinere edelrozen, maar dan in trossen. Ze bloeien uitbundig en langdurig.

  • Polyantharozen: Hebben kleinere, vaak eenvoudige of halfgevulde bloemetjes in grote, dichte trossen. Ze zijn extreem bloeirijk en zeer onderhoudsvriendelijk. Gebruik: Perfect voor massabeplanting in perken, borders, en als haagjes. Ze zijn over het algemeen gezonder en gemakkelijker te onderhouden dan grootbloemige rozen. Hoogte: Meestal tussen de 50 en 100 cm. Voorbeelden: Floribunda: ‘Friesia’, ‘Leonardo da Vinci’. Polyantha: ‘The Fairy’, ‘Little White Pet’.


Heesterrozen (of Parkrozen)

Kenmerken: Dit zijn robuuste, struikvormige rozen die krachtige, vaak breed uitgroeiende struiken vormen. Ze kunnen zowel eenmaal bloeiend (vaak met een intense geur en rijke bottelzetting) als herhaaldelijk bloeiend zijn. Heesterrozen zijn vaak ziekteresistenter dan veel andere moderne rozen en vragen minder intensief onderhoud. Gebruik: Geschikt als solitaire struik, in groepen voor grote borders, als informele haag, of als achtergrondbeplanting. Hogere soorten kunnen soms ook als lage klimroos worden aangebonden. Hoogte: Variërend van 120 cm tot wel 200 cm of meer. Voorbeelden: ‘Mozart’, ‘Ghislaine de Féligonde’, veel van de ‘Engelse rozen’ van David Austin vallen ook onder deze categorie.


Klimrozen en Ramblerrozen

Kenmerken: Deze rozen produceren lange, flexibele takken die niet zelf “klimmen” maar geleid moeten worden.

  • Klimrozen (Climbers): Hebben stijvere, dikkere takken die tot enkele meters lang kunnen worden. Ze bloeien vaak herhaaldelijk en dragen grotere, soms edelroosachtige bloemen. Ze zijn ideaal om strak tegen een muur of pergola te leiden.

  • Ramblerrozen (Ramblers): Ook wel liaanrozen genoemd, hebben zeer lange, soepele en dunne takken die zich makkelijk ergens doorheen kunnen vlechten. Ze bloeien meestal één keer per jaar (vaak met een explosie van kleine bloempjes), maar dan wel zeer uitbundig. Ze zijn perfect om in bomen te laten groeien, over grote pergola’s of over schuren. Ze kunnen wel 5 tot 8 meter lang worden. Gebruik: Verticaal groen, om muren, schuttingen, bogen, pergola’s of zelfs oude bomen te verfraaien. Hoogte/Lengte: Klimrozen: 200-500 cm. Ramblerrozen: 300-800 cm. Voorbeelden: Klimroos: ‘Zephirine Drouhin’, ‘Laguna’. Ramblerroos: ‘Bobby James’, ‘Kiftsgate’.


Bodembedekkende rozen

Kenmerken: Dit zijn laagblijvende, breed spreidende rozen die een dicht tapijt van blad en bloemen vormen. Ze zijn vaak zeer bloeirijk, ziekteresistent en onderhoudsarm. De bloemen zijn meestal enkelvoudig of halfgevuld en verschijnen in grote trossen. Gebruik: Ideaal voor grote vlakken, taluds, openbare ruimtes, onder bomen (mits voldoende licht) en om onkruid te onderdrukken. Hoogte: Meestal 30-60 cm, maar spreiden zich breed uit (tot wel 100-150 cm). Voorbeelden: ‘The Fairy’, ‘Schneeflocke’, verschillende soorten uit de ‘Knock Out’-serie.


Dwergrozen (Minirozen/Patiorozen)

Kenmerken: Compacte, kleine rozen die lijken op miniatuurversies van grootbloemige of trosrozen. Ze bloeien uitbundig en herhaaldelijk met kleine, vaak gevulde bloempjes. Gebruik: Perfect voor potten, hanging baskets, kleine borders, rotstuinen en als kamerplant (hoewel ze buiten het beste gedijen). Hoogte: Meestal 20-50 cm. Voorbeelden: ‘Baby Grand’, ‘Pixie’.


Stamrozen

Kenmerken: Dit zijn rozen van een willekeurige cultivar (grootbloemig, trosroos, bodembedekker, etc.) die zijn geënt op een hoge, kale onderstam. Dit creëert een “rozenboompje”. Gebruik: Als solitair opvallend punt, in potten op het terras of balkon, of om hoogteverschil te creëren in een border. Ze vragen wel wat extra bescherming in de winter en een stevige plantsteun. Hoogte: De hoogte van de stam is vast (bijv. 60, 90 of 120 cm), de kruin groeit zoals de geënte cultivar.

Contacteer Ons

Ik wil nog één slotakkoord uit mijn pen tokkelen en voer aan het ultieme einde één van de ‘hoofdpersonages’ uit de ‘werken van Louis Lens’ ten tonele. Het is een roosje uit 1993 waarover ik tot nu gezwegen heb. Het klimmertje ‘Guirlande d’Amour’ is een favoriet van velen. Geen klimroosje bloeit zo fel door, van in de zachte meimaand tot wanneer het koudvuur van het najaar het herfstblad zijn mooiste palet bezorgt. ‘Guirlande d’Amour’ is een juweel met langgerekte trossen dubbele witte bloempjes, een lief roosje dat je als het ware rond een buste kunt leiden. De roosjes in knop zijn als sterren in het firmament van de fantasie. Laurent Neels, Ivan Louette en ikzelf schudden het steenpuin van onze kleren. Met dit boek is een standbeeld voor Louis gebeiteld. We hopen dat u het opstelt in het hart van uw tuin, met er omheen een ‘beeldschone’ guirlande d’amour van rozen.

Uit : Louis Lens, de elegantie en de roos / Ivo Pauwels ; foto’s van Philippe De Beerst ; met bijdragen van Ivan Louette en Paul Geerts ; advies, research en eindredactie van Laurent Neels. – Tielt : Lannoo, cop. 2000. – 176 p.- 2de druk. – ISBN 90-209-3919-X
Met de toestemming van de auteur.