Deze workshop vond plaats bij  Gust en Blanche, Rummenweg 172 in Herk-de-Stad. Een ideale omgeving voor deze activiteit. We danken hen hartelijk voor hun gastvrijheid. Naast het leren stekken, hebben we genoten van de wandeling door hun tuin. We vatten hier kort samen wat we van Josef Nieborg geleerd hebben over het ‘Stekken van rozen’ maar schrijven ook enkele suggesties van leden neer. De belangrijkste tip die hij gaf was: je moet het zelf doen. Liefst snel, want dan herinner je je nog wat Josef gezegd heeft en wat je gezien hebt. Aan de slag dus.

Vooraf: veel rozen zijn beschermd door het kwekersrecht. Als een veredelaar een nieuwe variëteit van een roos uitbrengt, vraagt hij of zij bescherming aan. Die is voor 25 jaar geldig, maar kan eventueel verlengd worden. Zo kan de veredelaar genieten van zijn werk. Een nieuwe roos op de markt brengen is meestal een proces van een tiental jaren! Het is daarom niet meer dan eerlijk om hiermee rekening te houden.

Wat heb je nodig?

  • Potjes: hiervoor kunnen de 9 cm x 9 cm-potjes dienen die we gerecupereerd hebben van plantjes die we vroeger aangekocht hebben. Wij hebben die gebruikt tijdens de workshop. Maar ook de transparante plastieken bakjes van aardbeien of tomaten zijn heel geschikt. Ze moeten wel een tiental centimeter diep zijn, zodat de stekken voldoende ruimte hebben om te wortelen.
  • Goede stekgrond: een luchtig substraat dat het vocht goed vasthoudt.
  • Een heel scherp mesje.
  • Een tak van een roos, die je wil vermeerderen. Het meest kans op succes heb je met een pas afgesneden tak die net uitgebloeid is.
    Werkwijze:  Vul het potje met stekgrond en druk lichtjes aan. We maken nu de stek klaar. Kies daarvoor een twijg met minstens vier ogen en snij het onderste stukje twee tot drie millimeter onder een laag oog mooi recht weg. De snede moet heel mooi recht en proper zijn. De blaadjes aan de twee laagste ogen verwijder je voorzichtig. Laat vanaf het derde oog de blaadjes nog even staan. Die zijn nodig voor de fotosynthese, waardoor er wortels aan de stek kunnen groeien. In het bijgevoegde filmpje kan je de werkwijze goed volgen. Dan neem je de stekels van de tak weg: van de grote stekels snij je de tip af en de kleine die zich onder aan de bladeren bevinden wrijf af met het mes. We snijden dan een goede centimeter boven het derde of vierde oog het bovenste stuk recht af. Let erop dat ook deze snede mooi vlak is: dan zal de snijwonde snel drogen. Wanneer kiezen we het derde oog, wanneer het vierde? Het kan zijn dat de twee laagste ogen dicht bij elkaar staan, zowat een centimeter van elkaar. In dat geval komen beide ogen onder de grond en dan snijden we de stek boven het vierde oog af. Als de afstand tussen de laagste ogen meer dan twee centimeter is, snijden we boven het derde blad af. Dan knippen we het blad bovenaan de stek terug. Het is voldoende om twee deelblaadjes te bewaren. Zo beperken we de verdamping. Duw de stek in de pot zo diep dat het onderste blad net boven de grond uitsteekt. Hier zullen de nieuwe takken ontstaan. De stek steekt maar enkele centimeters in de grond. Druk met de vingertoppen de grond rond de stek goed aan, zodat de stek stevig vastzit. Je kan in een 9 cm x 9 cm-potje twee stekjes zetten. Maar plaats ze

    diagonaal tegenover elkaar. Geef water, maar niet te veel. De grond moet vochtig zijn maar mag niet nat zijn. In te natte grond krijgen de opkomende worteltjes geen lucht en zullen ze verrotten. Rozen houden nu eenmaal niet van nattigheid. Eventueel kan je de grond bovenaan een beetje losmaken. Kijk daarvoor even naar het filmpje.

 Verder